maandag 30 juni 2014

Politici, maak er werk van. Unizo, ga aan de kant.

Unizo stelt zijn veto tegen een verderzetting van de huidige tripartite coalitie.  De organisatie dreigt met het stopzetten van geplande investeringen en aanwervingen.  Wat een arrogantie.  Ik kan hen nochtans enigszins volgen.  Tot op een zeker niveau.  Jawel, ook ik heb het moeilijk met het schouwspel, dat wij alweer mogen aanschouwen.  Een schouwspel van een bedenkelijk niveau.  Wij wisten vooraf dat het moeilijk zou worden.  Het vormen van een regering zou niet op een drafje afgehaspeld worden.  Dat wisten wij.  Wij hadden ons lesje geleerd tijdens de vorige regeringsformatie.  Maar tegelijk hoopten wij dat ook onze politici hun lesje hadden geleerd.  Vergeefse hoop, zo lijkt het nu.  Want alweer dreigen dezelfde spelletjes gespeeld te worden.  Spelletjes, waarbij egotripperij en wantrouwen een al te grote hoofdrol opeisen.  Eerst moeten die spelletjes gespeeld worden, pas dan kunnen de onderhandelingen beginnen.  De ernst van de situatie lijken onze politici niet te vatten.
 
Ik erger mij aan die dreigende herhaling van een regeringscrisis.  Net als Unizo.  In hun ergernis gaat Unizo evenwel één stapje verder.  De organisatie stelt exclusieven, stelt voorwaarden.  Dat is nochtans haar taak niet.  De organisatie werd door informateur Michel uitgenodigd aan de onderhandelingstafel.  De werkgeversorganisaties mochten aan die tafel hun standpunten en verlangens voorleggen.  Hiermee heb ik geen enkel probleem.  Verder kan en mag het niet gaan.  Zij kunnen niet bepalen welke regering wij uiteindelijk zullen krijgen.  Een voorkeur uitspreken mag.  Ook ik heb zo mijn voorkeur.  Maar aan die voorkeur zware dreigementen koppelen is niet netjes.  Is zelfs onbetamelijk.  
 
Unizo heeft geen mandaat gekregen van de kiezer.  Regeringsvorming is geen taak, die haar werd toegewezen.  Die organisatie is een toeschouwer.  Geen medespeler.  Net als ik.  Zij kan zich ergeren aan het trage verloop.  Aan die processie van Echternach.  Net als ik.  Zij kan een bepaalde coalitie vrezen of verafschuwen.  Net als ik.  Maar verder gaat het niet.  Die organisatie vertegenwoordigt middenstanders en ondernemers.  So what?  Dat is alles.  Meer niet.  Geloven dat die vertegenwoordiging aan de organisatie medezeggenschap verleent, getuigt van hybris.  Neen, die organisatie heeft geen vinger in de pap bij het bepalen van een aanvaardbare coalitie.
 
Politieke partijen worden geacht akkoorden te maken.  Zij hoeven geen vriendjes te worden.  Het zou mooi zijn maar het is geen noodzakelijkheid.  Vóór de verkiezingen werd harde taal gesproken.  Er werden diepe wonden geslagen.  Dit lijkt bijna een noodzakelijkheid in het verkiezingsdebat.  Partijen moeten met de spieren rollen.  Als blijk van hun onverzettelijkheid.  Partijen menen dat zij dit verschuldigd zijn aan hun potentiële kiezers.  It’s all part of the game, zo kunnen wij het samenvatten.  Na de verkiezingen moeten die politieke gladiatoren evenwel vervellen tot nette staatsmannen.  Tot mannen, die zich bewust zijn van hun taak.  Na de verkiezingen moeten zij hun trots inslikken en niet meer achterom zien.  Enkel de toekomst telt.  Een toekomst, die zij vorm dienen te geven.  Daarvoor hebben wij hen afgevaardigd.  Verongelijkt in het verliezershoekje kruipen of zitten kniezen over een mogelijk gebrek aan vertrouwen is een houding, die niet kan verdedigd worden.
 
Maak een regering.  Snel.  Op basis van partijpolitieke programma’s.  Niet op basis van persoonlijke voorkeur of persoonlijke afkeer.  In dat creatieproces zal u moeten geven en nemen.  Dat is eigen aan een compromis.  Ons land is hierin een internationaal begrip geworden.  Dat weet u.  Zelfs de grootste winnaar zal moeten toestaan dat verliezers punten scoren.  Dat verzacht het helingsproces.  Maak een regering en laat u daarbij niet afdreigen.  Zelfs niet door Unizo.  
 
Maak een regering.  Zodat wij weten tot wie wij onze nood moeten klagen.  Zodat wij weten op wie wij onze pijlen moeten richten.  Maak een regering en toon ons dat wij het verkeerd hebben als wij menen dat met Jean-Luc Dehaene de laatste staatsman begraven werd.  Want dat wil ik niet geloven.  Voorlopig geef ik u het voordeel van de twijfel.  Maar niet voor lang.
 
Vooruit, aan het werk.

maandag 23 juni 2014

België - Rusland. Bloed, zweet en net geen tranen.

Ik was niet echt in topvorm.  De vorige nacht zat nog in mijn kleren.  In mijn hoofd.  Stevig doorzakken, het eist zijn tol.  Ik word ouder.  Dat heeft gevolgen voor mijn recuperatievermogen.  Recupereren gaat een beetje trager.  Om dat goede gevoel in mij terug tot leven te wekken had ik ’s morgens mijn loopschoenen aangetrokken.  Enkele kilometertjes lopen, het is zo veel beter dan een aspirine.  Bij elke kilometer werd ik ietsje meer wakker.  Werd ik ietsje meer mens.  Aan het eind van mijn ochtendlijk loopje was ik opnieuw volledig mens.  Mijn hoofd was helder.  Ik was herrezen.  Ik was opnieuw op en top een klaarwakkere man.
 
Ik was er klaar voor.  Het lopen had mij deugd gedaan.  Ik kon die Russen ontvangen.  Ik kon de confrontatie aan.  Bij die eerste wedstrijd had ik nog geopteerd voor volledige afzondering.  Helemaal alleen had ik die wedstrijd uitgekeken.  Nu zou ik het anders aanpakken.  Ik koos voor een andere strategie.  Net als onze bondscoach moet ik strategische beslissingen nemen.  Ik zocht aansluiting bij vrienden.  Deze keer geen sociale isolatie.  Deze keer koos ik voor het groepsgevoel.  Dat groepsgevoel moest mij veiliger doorheen die moeilijke momenten loodsen.  Want die moeilijke momenten zouden er komen, zoveel is zeker.  Dit is een wereldkampioenschap.  Op dit WK worden er geen cadeautjes gratis weggeschonken.  Winst moet bevochten worden.  Zwaar bevochten.
 
Terwijl ik mij bij die eerste wedstrijd ver weg hield van alle Belgische, dolgedraaide gekte, had ik nu één kleine toegeving gedaan.  Mijn bijgeloof moest heel even aan de kant.  Een Belgische driekleur sierde de salontafel.  Deze bescheiden decoratie was niet enkel bedoeld als aanmoediging naar onze Rode Duivels.  De driekleur deed ook dienst als tafellaken.  Weinig respectvol, ik besef het maar als excuus kan ik enkel aandragen dat wij daarmee het aangename aan het nuttige koppelden.  Die salontafel was een familiestuk.  Een voetbalwedstrijd, zelfs op televisie, kan heftige reacties uitlokken.  Een glas is nogal snel omgestoten.  Bescherming is noodzakelijk.  Onze driekleur leek ons een geschikte oplossing.  Dit hoeft niet geïnterpreteerd te worden als een politiek statement.  U hoeft hierin geen neiging tot separatisme te ontwarren.  Niks van dat alles.  Een gedriekleurd tafellaken, het leek ons voor deze avond bijzonder toepasselijk.
 
Het werd een angstige avond.  Al te lang bleef het een doelloos gelijkspel.  De Russen voetbalden mee.  De Russen creëerden kansen.  Dat zou geen verbazing mogen wekken.  Voetballen gebeurt steeds met twee ploegen.  Dat wil ik wel eens vergeten.  Mijn supportershart wil die realiteit wel eens negeren.  Ik wil enkel Belgen aan de bal zien.  Ik wil enkel Belgen zien juichen.  Enkel Belgen aan de bal? Juichen? Neen, dat werd het niet.  Wij hadden het moeilijk.
 
Een wedstrijd telt negentig minuten.  Elke minuut telt.  Nooit mag de aandacht verslappen.  Nooit mag gewanhoopt worden.  Negentig minuten lang blijven alle opties open.  Binnen die negentig minuten is alles mogelijk.  Zelfs in de laatste minuten kan plots alles veranderen.  Zoals gisteren.  De tweede helft leek een lange winterslaap te worden van de Duivels.
 
Een gelijkspel zou het worden.  Zonder enig doelpunt.  Eén puntje zouden wij naar huis brengen.  Povertjes.  Met dit team moet het beter.  Dit team moet winnen.  Maar dat zou blijkbaar niet gebeuren in het Maracanã.  Tot die ene vrijschop, waarbij Mirallas de doelpaal trof.  Dit leek het signaal tot een slotoffensief.  Elke Duivel schrok wakker.  Elke Duivel stormde naar voor.  Niet wild en onbezonnen.  Maar flitsend en wervelend.  De Russen hadden op hun adem getrapt.  De Belgen waren nog fris.  
 
De stormram uit het eerste half uur van de eerste helft werd opnieuw bovengehaald.  Dat nieuwe beuken had succes.  In de achtentachtigste minuut.  Eén klasseflits van een negentienjarige.  Origi scoorde.  Op voorzet van een herleefde Hazard.  Ik sprong op.  Alsof ik eigenvoetig die bal tegen de netten had geknald.  Een bevestigende schreeuw van bevrijding.  Ja, ja, ja, ja, ja … Ik stampvoette.  De handen in de lucht.  Met mijn blijdschap wist ik geen blijf.  Wij gaan naar de 1/8 finale.  Wij zijn bij de zestien beste.  Ik begon al te dromen.  Maar dat mag niet.  Er is nog altijd dat spreekwoord van de beer en het vel.  Nog eventjes wachten.  Eerst Zuid-Korea nog.  En dan? Alles is mogelijk.  Maar dan moeten die Duivels de handrem lossen.  Voluit gaan.  Zonder enige reserve.  Want zij kunnen het.  Daarover bestaat geen enkele twijfel.
 
Het was sidderen en beven.  Als in een thriller.  Sporten is goed voor de gezondheid.  Dat wordt gezegd.  Dat is bewezen.  Maar na gisterenavond durf ik te betwijfelen of supporteren wel goed is voor de gezondheid.  Maar de buit is binnen.  Dan kijken wij niet meer achterom.  Enkel vooruit.  Naar de volgende wedstrijd.  In de wetenschap dat het dan weer beter gaat.  Ik weet het, perfectie bestaat niet.  Maar wij zullen moeten trachten die perfectie zo dicht mogelijk te benaderen.  In wedstrijden, waar verlies gelijkstaat met een vliegticket huiswaarts, lijkt dat de enig mogelijke betrachting.
 
In tussentijd blijf ik supporteren.  Go, Devils, go!

Link:
In voetbal is er geen protocol: filmpje.
België – Algerije.  Verslag van een spannende avond in Gent.

vrijdag 20 juni 2014

Pensioenhervorming. Oproep aan alle vakbonden.

Nut of onnut van de vakbond, het kan al eens aanleiding geven tot een pittig debat binnen mijn vriendenkring.  Stakingsacties of bedrijfssluitingen zijn veelal de aanleiding tot het voeren van een dergelijk debat.  In dat debat profileer ik mij als verdediger van het syndicaat.  Vurig en vol overgave.  In dat debat worden al te vaak de historische verdiensten van de vakbonden vergeten.  Die verdiensten lijken van geen tel meer.  De grote, sociale verworvenheden lijken de huidige, syndicale strijd overbodig te maken.  Alsof alles definitief verworven lijkt.  Alsof de arbeider of bediende niet meer wordt bedreigd in zijn rechten.  Juist in deze tijden is een alerte vakbond geen overbodige luxe.  Uw aanwezigheid in het maatschappelijke en politieke debat stelt mij gerust.
 
Uit deze korte inleiding zou u kunnen afleiden dat deze brief een lofrede wordt.  Een syndicale lofzang.  Ik moet u ontgoochelen.  Een lofzang wordt het niet.  Jammer maar helaas.
 
Deze week werd het verslag voorgesteld van de Commissie voor de Pensioenhervorming, in het leven geroepen door Minister van Pensioenen Alexander De Croo.  Twaalf experten hadden elkaar gevonden in een uitgebalanceerd rapport.  Het was geen evidente opdracht.  In het verleden werden reeds enkele pogingen ondernomen.  Kleine, eerder bescheiden pogingen tot hervorming.  Het droeve hoogtepunt was het wit- en groenboek van Minister Michel Daerden.  In de regering van Di Rupo werd er ook wat gemorreld in de marge.  Zo werd de minimumleeftijd en de minimumloopbaan voor het vervroeg pensioen opgetrokken.  Verder kwam men niet.  Een allesomvattende hervorming leek een onmogelijke opdracht.
 
De politieke onwil om tot een grote pensioenhervorming te komen leek lange tijd het beeld te overheersen.  Een te grote afkeer voor de lange termijn en daarmee samenhangend een te grote fixatie op de korte termijn beheerste de initiatieven van vele regeringen.  Kleine en pijnloze maatregeltjes werden verkozen boven een grote en allesomvattende aanpak.  Jammer, maar in een klimaat waar de ene verkiezingen te snel worden opgevolgd door een andere leek dit het meest haalbare.  Al te lang bepaalt de zorg om electoraal gewin de agenda.
 
Maar de wonderen blijken de wereld nog niet uit te zijn.  Plots is er het verslag van de Commissie voor de Pensioenhervorming.  Een allesomvattend plan tot hervorming wordt ons voorgelegd.  Met een vooruitblik tot 2040.  Jawel, een visie op lange termijn blijkt dan toch mogelijk.  Alleen dat al maakte mij verheugd.
 
Maar niet enkel het denken op lange termijn stemt mij blij.  Er is ook het eigenlijke plan.  Centraal staat een puntensysteem, waarbij de werknemer tijdens de actieve loopbaan punten kan verzamelen.  Bij pensionering kan hij die punten omzetten in euro’s.  In tegenstelling tot het huidige systeem lijkt mij dit een meer transparant systeem.  Op elk moment kan de werknemer zijn puntentotaal opvolgen.  In dit plan worden reeds voorzien in een aantal sociale correcties.  Mensen met zware beroepen zouden recht hebben op een zekere coëfficiënt waardoor vervroegde uittreding toch mogelijk wordt.  Het besef dat wie weinig verdient nooit aan vijfenveertig punten zal geraken, wordt opgevangen.  In het rapport wordt gepleit voor een volwaardig minimumpensioen, dat tien procent hoger ligt dan de Europese armoedegrens.  Tevens wordt duidelijk gesteld dat de pensioenen geïndexeerd blijven en dat er werk moet gemaakt worden van het welvaartsvast maken van de pensioenen.
 
Politieke partijen reageren licht positief op dit rapport.  Dat lichte positivisme wordt niet gedeeld door de vakbonden.  Net als de PS en de SP-A wordt het rapport al bij de voorstelling de grond ingeboord.  Een lezing van het verslag of een meer grondige studie lijkt niet noodzakelijk om het plan af te schieten.  Ik knipper met de ogen.  Dit kan niet waar zijn, denk ik.
 
Ik denk aan mijn vrienden.  Dat ik het nu nog moeilijker zal krijgen een overtuigend pleidooi te houden ten gunste van de vakbonden.  Dat ik het nu nog moeilijker zal hebben tegen te spreken dat een vakbond een beweging is, die zich nestelt in het verleden.  Ik zal het moeilijker hebben uit te leggen dat een vakbond bekommerd is om de toekomst.  Dat een vakbond diezelfde toekomst ook mee vorm wil geven.
 
U gaat aan de kant staan.  Dat is bijzonder jammer.  Een hervorming vraagt geen defensieve houding.  Wel een offensieve houding.  Die offensieve houding moet u naar de onderhandelingstafel dwingen.  Ofwel als directe gesprekspartner.  Ofwel via uw vertegenwoordigers bij politieke partijen.  Om aan die tafel de mogelijke onvolkomenheden weg te filteren.  Om nodige verbeteringen aan te brengen.  Om een maximum aan sociale bescherming te garanderen.  Om begeleidende maatregelen te eisen.  Want die zullen noodzakelijk zijn.  Er zal immers niet enkel moeten gedacht worden aan de hervorming van het pensioen, er zal ook moeten gekeken worden naar het attractief maken en houden van een loopbaan.  Naar de mogelijkheden om oudere werknemers blijvend te motiveren.  Naar de mogelijkheden om oudere werkzoekenden aan te werven.  Dat alles kan u enkel aan de tafel.  Dat rapport, waaraan bijna één jaar lang is gewerkt, kan u aanvaarden als basis van onderhandelingen.  Een volledig nieuw plan zal niet uitgeschreven worden.  De onderhandelingen zullen ongetwijfeld landen in de dichte nabijheid van dit gepresenteerde plan.  Maar u zou kunnen bijsturen.  Dat zou u kunnen doen.  Maar u weigert.  U verwijst het rapport naar de vuilnisbak.
 
Een vakbond moet zijn leden de weg wijzen.  Een vakbond moet voorop gaan.  Het achterna lopen van de leden lijkt mij een af te wijzen strategie.  U moet tegenover uw leden de noodzakelijkheid van een pensioenhervorming verdedigen en verklaren.  U moet aan uw leden duidelijk maken dat het stilaan een evidentie is dat iedereen langer zal moeten werken.  Daar is bijna iedereen het over eens.  Maar tezelfdertijd moet u alles in het werk stellen om diezelfde leden optimaal te verdedigen aan de onderhandelingstafel.  Om het best mogelijke en best haalbare in een voorstel te gieten.  In een tot compromis bereide houding.  Dat plan zal u dan niet enkel moeten voorleggen.  Dat plan zal u ook moeten verdedigen.  Met enthousiasmerende overtuiging.
 
Uw afwijzing in deze is een spijtige zaak.  U trappelt ter plaatse.  Terwijl het vooruit moet gaan.  Heroverweeg daarom uw aanvankelijke afwijzing.  Het zou mooi zijn.  Het zou getuigen van moed.  Van geloof in de toekomst.

Ik wens u alle succes.

Link:
Het rapport van de Commissie voor Pensioenhervorming.

woensdag 18 juni 2014

België - Algerije. Verslag van een spannende avond in Gent.

Neen, ik heb geen driekleur.  Geen vlag of wimpel aan de voordeur of voor het raam.  Zelfs niet op of in mijn wagen.  Neen, Ik heb geen rood voetbalshirt.  Geen shirt met op de rug de naam van Kompany of Mertens.  Neen, ik heb geen Fellaini pruik.  Ik heb geen gedriekleurde strepen op mijn wangen geschilderd.  Neen, ik ben geen Belgische indiaan.  Ik heb mij niet stilistisch in de Belgische driekleur gekleed.  Het combineren van onze kleuren in eten of cocktails heb ik vermeden.  Ik laat al die gekte aan mij voorbijgaan.  Ik heb er begrip voor.  Ik zou het wel willen doen.  Enkel bijgeloof houdt mij weg van dat uitbundige enthousiasme.  In vroegere tijden durfde ik al eens mee te gaan in die gekte.  Telkenmale gingen onze Rode Duivels ten onder.  Sindsdien geen al te dwaze voetbalgekte meer voor mij.  Ik wil de Belgische kansen al niet bij voorbaat verknallen.
 
Gisterenavond was het dan zover.  De eerste wedstrijd van onze Rode Duivels op het WK in Brazilië.  Eventjes voor zes uur zat ik voor mijn televisie.  De voorbeschouwingen laat ik aan mij voorbijgaan.  Ik moet mij afzonderen.  Stress maakt mij doof voor al die beschouwingen.  Ik wil voetbal zien.  Ik wil winst zien.  Meer hoeft niet voor mij.  
 
Mijn pronostiek? Eén voor België, nul voor Algerije.  Ik ben voorzichtig.  Sommigen kunnen mij een pessimist noemen.  Sommigen kunnen mij gebrek aan durf aanwrijven.  Ikzelf zou mij omschrijven als een pessimistische optimist.  In dat optimisme bouw ik de mogelijke kans op teleurstelling reeds in.  Uit zelfbehoud.  Uit lijfsbehoud.  Bij mogelijke tegenslag zal ik niet te diep vallen.  Bij verwachte winst kan ik toch op overtuigende wijze meevieren.  Jawel, de Belgische kunst van het compromis zit in mij ingebakken.
 
Het Belgisch volkslied laat ik stilletjes aan mij voorbijgaan.  Wij hebben visite.  Ik ben een sociaal wezen.  Ik doe mijn babbeltje.  Met mijn blik halvelings gericht op het scherm.  Op dergelijke momenten blijkt een man dan toch twee dingen te kunnen combineren.  Dergelijke momenten brengt het beste naar boven in een man.  Voetbal kan verenigen.
 
De bal wordt op de stip gelegd.  De belangrijkste bijzaak kan van start gaan.  Het aan de gang zijnde gesprek wordt beleefd en vakkundig afgerond.  Voetbal is nu het enige wat telt.  Ik sluit mij af.  De wereld rondom mij verdwijnt.  Enkel het televisiescherm en ik lijken de enige overlevenden op een voor de rest opgeslokte wereld.
 
Wat ik vreesde, wordt bewaarheid.  Algerije scoort als eerste.  Vanop de penaltystip.  Een worst case scenario rolt zich uit.  Ik vloek.  Luidop en krachtig.  God ziet mij.  Dat denk ik.  Meer nog, ik durf zelfs te betwijfelen of God mij ziet.  Op dergelijke momenten wordt het bestaan van een God bijzonder twijfelachtig.  Dus ik vloek.  Zonder te denken aan hel en verdoemenis.  Zonder te denken aan mogelijke, goddelijke sancties.  Ik kruip eventjes diep weg in mijn zetel.  Dat Algerijnse doelpunt komt zwaar binnen.  Moeilijk of bijna niet te verteren.
 
Ondanks het rampzalige verloop blijf ik hopen.  Ik ben een fan.  Een echte fan.  Ik val mijn ploeg niet af.  Ik blijf trouw.  Ik blijf mijn ploeg vooruitschreeuwen.  U kan betwijfelen of mijn geroep gehoord wordt in Belo Horizonte.  Ik doe dat niet.  Ik word gehoord.  Daarvan ben ik zeker.  Daarvan ben ik overtuigd.  Mijn vibraties trillen door tot op dat Braziliaanse voetbalplein.  Voorlopig blijken die geluidsgolven evenwel geen grip te krijgen op het spelverloop.  Het blijft wat flauwtjes.  Mijn statuut als fan filtert mijn zin voor kritiek niet weg.  Een kritische fan, het bestaat.
 
De tweede helft moest beter.  Moest anders.  Het enige wat bleef, was mijn nagelbijten.  Nauwelijks had ik nog nagels over.  Toch bleef ik dat ene kleine resterende nagelstukje vinden.  Het nagelbijten ging door.  De spanning hield aan.  Al dat hield geen verschil in met de eerste helft.  Een ander fenomeen deed in de tweede helft zijn intrede.  Vanuit mijn zetel begon ik mee te voetballen.  Ik was de twaalfde man.  Niet enkel figuurlijk, ook letterlijk.  Mijn voeten begonnen los van mij te bewegen.  Alsof ik met die trappen de bal in de juiste richting wilde stuwen.  Alles wou ik proberen om mijn ploeg toch nog naar die overwinning te voeren.
 
In de wereldpolitiek wordt soms getwijfeld aan gerechtigheid.  Recente gebeurtenissen over de hele wereld doen ons heel regelmatig vraagtekens plaatsen bij die gerechtigheid.  In de voetbal bestaat het wel.  In voetbal kan gerechtigheid nog geschieden.  De voetbalgoden, klein beetje geholpen door Marc Wilmots, moeten tijdens de rust een spoedzitting hebben gehouden.  In die spoedzitting moeten zij beslist hebben dat de Rode Duivels toch die zege moesten binnenhalen.  Verlies zou een te grote vernedering betekenen voor deze ploeg van sterren en vedetten.  Een te grote blamage voor het voetbal.
 
De voetbalgoden hadden gewikt en gewogen.  Op het veld kozen zij Fellaini en Mertens uit als uitvoerders van hun wilsbeschikking.  Op tien minuten tijd moest de Algerijnse doelman de bal twee maal uit zijn netten vissen.  Twee maal sprong ik uit mijn zetel.  De eerste maal hield ik mij nog lichtjes in.  Een gelijkspel was goed maar ik had op winst ingezet.  De tweede maal vielen alle remmingen weg.  Ik danste.  De salsa, de polka, de twist, de tango, hiphop, alle stijlen werden gemixt in een aparte, eigen gechoreografeerde vreugdedans.  Kreten verlieten mijn mond, waarvan een vertaling niet echt lukte.  Ik sprong.  Ik juichte.  Ik vierde.  Wild en uitbundig.
 
België had gewonnen.  Het was moeilijk gegaan.  Maar moeilijk gaat ook.  Zo bleek gisteren.  Achteraf bekeken, mogen wij misschien nog juichen om die Algerijnse goal.  Het schudde onze ploeg wakker.  Het maakte onze ploeg dat tikkeltje agressiever.  Toch zeker in de tweede helft.  Maar ook met het zicht op de volgende wedstrijden kan deze wedstrijd positieve gevolgen hebben.  Onze ploeg blijkt vanuit een verloren positie te kunnen terugvechten.  Zij raken niet ontmoedigd.  Zij blijven voetballen.  Zij blijven zoeken.  Dat stemt hoopvol.
 
Gisterenavond was het zwoegen en zweten.  Niet enkel op het veld in Belo Horizonte.  Ook in mijn zetel in Gent.  Maar wij hebben gewonnen.  Ook dat stemt hoopvol.  Dat creëert verwachtingen.  Maar ik blijf nuchter.  Met beide voetjes op de grond.  Zoals ik al zei, ik ben een pessimistische optimist.  Voorzichtigheid is geboden.

maandag 16 juni 2014

The Scene en Thé Lau, gezien in Lotto Arena. Brief aan Thé Lau.

Beste Thé,
 
Afwezig blijven was geen optie.  Wij delen een lang leven.  Dat kan u niet weten.  Dat zal u heel waarschijnlijk niet beseffen.  Toch is het zo.  Op dolgedraaide feestjes stonden wij op stoelen en tafels uit volle borst mee te zingen op één van uw betere liedjes.  Heel soms deden wij het wat rustiger op de dansvloer.  Maar steeds weer gingen wij uit de bol.  Hevig en met volle overtuiging.  Elke keer weer.  Op elke gelegenheid.  Die gelegenheden waren en zijn talrijk.  Maar niet enkel op die zware escapades drong u door tot ons alcoholisch vertroebelde breinen.  Neen, ook op rustige avonden wist u door te dringen tot onze harten, die nood hadden aan uw zalvende teksten.  Op die rustige avonden zochten wij bij u vertroosting en bevestiging.  
 
Toen u de afscheidsconcerten aankondigde, kochten wij een kaartje.  Dat had heel wat voeten in de aarde.  Aanvankelijk konden wij niet.  Voor het concert in Brussel moesten wij verstek laten gaan.  Wij hadden andere verplichtingen.  Mijn zus gaf een feestje.  Ik moest plaatjes draaien.  Het feestje annuleren kon niet meer.  Te veel mensen waren uitgenodigd.  Wij zaten in zak en as.  Wij zouden u moeten missen.  Dat was hard.  Maar toen kwam het goede nieuws.  U gaf een tweede concert in de Antwerpse Lotto Arena.  Wij grepen die tweede kans.  Onmiddellijk kochten wij een kaartje.  Op het middenplein.  Geen zitplaats.  Want die avond wilden wij samen met u nog één keer feesten.
 
Zaterdagavond waren wij van de partij.  Wij waren een beetje onwennig.  Een beetje onzeker.  Wij wisten niet precies wat wij mochten verwachten.  Wij hadden vragen.  Wat zou uw ziekte met uw stem hebben aangevangen? Hoe zou het staan met uw conditie? In interviews had u ons trachten gerust te stellen.  U was gestopt met roken.  U werkte aan uw conditie.  Tennispartijtjes moesten u klaar stomen voor dat grote werk op het podium.  Wij geloofden u op uw woord.  Wij zijn fans.  Maar fans zijn tevens bezorgd.  Het was die bezorgdheid, die ons onzeker maakte.
 
Die onzekerheid bleek onterecht.  U was fit.  Uw stem was helder.  Het was vreemd.  U op het podium zien en tegelijk weet hebben van dat verschrikkelijke verdict, het leek niet samen te gaan.  Dat medische verdict was de grote afwezige op het concert.  Dat vonnis werd de toegang geweigerd aan de deuren.  U wou een feest.  Wij wilden een feest.  Dit mocht geen treurmis worden.  Dat werd het niet.  Het werd een hoogmis.  Een hoogmis van hoop.  Van leven.  Er vloeiden geen tranen.  Toch niet bij mij.  Wel was er dat kippenvel.  Op vele, talrijke momenten gingen die haartjes op mijn armen overeind staan.  Geraakt door uw stem.  Ontroerd door wat op het podium gebeurde.
 
Nooit was er een expliciete verwijzing naar uw ziekte.  Naar uw krimpende leven.  Wel werd het thema van dood en verlies aangehaald in uw teksten.  Die aanwezigheid van die thema’s was er altijd.  Zaterdagavond kregen die teksten evenwel een andere invulling.  In die verwijzingen plaatste ik u als centraal figuur.  Dat was vroeger anders.  Terwijl de woorden ‘Ik hef het glas op uw gezondheid want jij staat niet alleen’ uit ‘Iedereen is van de wereld’ vroeger badineerden in een grote vaagheid, richtten die woorden zich zaterdagavond op u.  Uit honderden, duizenden monden zochten die woorden een weg naar u.  Als steunbetuiging.
 
U had de afscheidsconcerten gepland.  U had uw voorzorgen genomen.  Voorzorgen, waarop u tijdens het concert zou kunnen terugvallen.  Indien het nodig mocht blijken.  U had gezorgd voor bijstand.  Een hulplijn.  Een back-up.  U had vrienden gevraagd aan uw zijde te staan.  Niet achter de coulissen.  Maar wel prominent op het podium.  Voor Antwerpen had u gekozen voor Tom Barman, Stef Kamil Carlens en Lange Frans.  U had juist gekozen.  Elkeen betekende een versterking.  Uw stemmen gingen perfect samen.  De bijdrage van uw gasten brachten de vaart niet uit het concert.  Integendeel, elkeen voegde op zijn beurt een hoogtepunt toe aan het concert.  Een concert, dat al rijk was aan vele hoogtepunten.
 
U schonk ons een prachtige avond.  Een avond, waarop nooit werd gedacht aan afscheid.  Daarvoor hadden wij het te druk.  Wij moesten dansen.  Wij moesten zingen.  Niet wild, wel ingetogen.  Wij zijn wat ouder geworden.  Met die ouderdom kwam een zekere wijsheid.  Wijsheid eist een zekere graad van ingetogenheid.  Die jeugdige storm is wat gaan liggen.  Het razend stormen hoeft niet meer zo nodig.  Het mag nog wel.  Het kan nog wel.  Maar meer gedoseerd.  Dat stelde ik niet alleen bij mij vast.  Ook bij sommige van uw nummers werd wat meer getemporiseerd.  In sommige nummers werd een versnelling lager geschakeld.  Wij stonden dus niet alleen.  Vóór en op het podium ging het wat rustiger.  Niet constant, laat ons wel wezen.  Af en toe werd het vuur wat aangepookt.  Heel af en toe werden de duivels nog eens ontbonden.  Die duivels zweefden doorheen de Lotto Arena en besmetten iedereen met dat dansbare virus.  Dan ging het snel.  Dan ging het hard.  Het was een mooie wisselwerking.  Een mooie afwisseling tussen hoog oplaaiend vuur en milde, zachte passie.
 
Dan was er dat gevreesde einde.  Dat einde, waarvan wij hoopten dat het nooit zou komen.  Maar aan alle verhalen komt een eind.  Bij elk verhaal komt dat varkentje met een lange snuit.  Zaterdagavond was het niet anders.  Plots was het voorbij.  Plots was het stil.  Met die stilte kwam het besef dat het gedaan was.  Dat het voorbij was.  Pas toen dacht ik aan het afscheid.  Een afscheid dat er aan komt.  Toen gingen die haartjes nog een laatste maal overeind staan.  Ik kreeg het koud.
 
Ooit stond ik met u op het podium van de Gentse Vooruit.  U had mij niet gevraagd.  Ik had mijzelf uitgenodigd.  Een vriend bracht mij toen op zijn schouders naar het podium.  Enkele minuten zat ik naast u.  Aan de drums.  Wij zeiden niks.  Wij spraken geen woord.  Enkel een blik, waarin ik een zekere verstandhouding mocht aflezen.  Dat is toch mijn interpretatie.  Zaterdagavond wou ik weer op dat podium.  Om u te omarmen.  Om u zonder woorden moed in te spreken.  Ik heb het niet gedaan.  Zoals ik al zei, wij zijn ouder en wijzer.  Maar aan het eind van deze brief wil ik u toch nog even omarmen.  In letters.  In woorden.  Ik wens u nog vele mooie momenten.  Met uw vrouw.  Met uw familie.  Met uw vrienden.  Ik wens u nog vele winnende tennispartijtjes.  Bovenal wens ik u vele rustige nachten.  Heel waarschijnlijk zal ik u niet meer zien.  Ik zal u wel nog horen.  Als ik u dan hoor, zal ik aan u denken.  Zal ik aan mij denken.  Aan ons.  Mooie momenten zullen voorbijflitsen.  Voor die momenten wil ik u nog danken.

Met vriendelijke groeten.

Link:
The Scene, live in Lotto Arena – Iedereen is van de wereld.
The Scene, live inLotto Arena – Open.


vrijdag 6 juni 2014

Nog snel enkele tips. Dan op vakantie.

Ik trek er op uit.  Voor heel eventjes laat ik ons landje achter mij.  Weg van de federale regeringsonderhandelingen.  Weg van de partijpolitieke manoeuvres.  Voor één weekje zal ik het eventjes niet volgen.  Weg van het wereldnieuws.  Poetin kan voor heel even de pot op.  Marine Le Pen zal mij heel even niet uit mijn slaap houden.  Ik ga op vakantie.  Voor heel eventjes.
 
Voor heel eventjes zal mijn blog niet gevoederd worden.  Voor heel eventjes zal mijn blog onbemand blijven.  Verweesd laat ik mijn blog achter.  Voor die korte tijd zal u blogloos door het leven moeten stappen.  Heel soms kan het leven minder aangename verrassingen in petto hebben.  Ik wens mij hiervoor te verontschuldigen.
 
Toch wil ik u enkele leuke tips doorgeven.  Zodat u uw blogloze tijd toch nog aangenaam kan invullen.  U ziet, ik ben geen onmens.  Ik heb het goed voor met u.  
 
Het Gentse NTG en de Gentse Vooruit stelden onlangs hun nieuwe seizoen voor.  Ik ontving reeds de nieuwe seizoensbrochures.  Brochures met daarin vele beloftes op fijne, heerlijke, verrassende, ontroerende, beklijvende avonden.  De brochures heb ik in mijn reistas.  Een eerste lezing heb ik reeds gedaan.  Een meer grondige studie dringt zich op.  Dat zal op vakantie gebeuren.  Vakantie en heerlijke beloftes, het lijkt mij alvast een prachtcombinatie.
 
De televisie laat ik eventjes voor wat het is.  Geen avonden voor dat televisiekastje.  Wel avonden, buiten op het terras.  Genietend van de ondergaande zon (jawel, daar hoop ik op).  Met een glaasje wijn.  Met een boek.  Of met heerlijk gezelschap.  Of met een boek en heerlijk gezelschap.  Moeilijk ben ik niet.  Toch niet op vakantie.  Slechts één ding zal ik met zekerheid doen.  Ik zal het rustig doen.  Een voornemen, dat probleemloos zal gerealiseerd worden.  Overschakelen op het vakantieritme, dat gaat vlotjes.
 
Eén weekje ben ik dus televisieloos.  Maar ik neem mijn voorzorgen.  Ik roep de hulp in van mijn digibox.  In mijn afwezigheid zal hij enkele rondjes mogen draaien.  Want AchtTV en Canvas brengen dit weekend interessante concerten op onze beeldbuis.  AchtTV kiest voor Arsenal.  Zij programmeren op zaterdagavond het recente concert van onze Belgische trots in de Lotto Arena.  Ik was er bij in de Arena.  Ik kan u zeggen, het was een feestje.  Dat feestje kan u nu dus ook meemaken.  Canvas kiest voor Coldplay.  Zij zenden het concert uit, dat de band bracht naar aanleiding van de release van hun nieuwste album ‘Ghost Stories’.  Ook een feestje? Dat kan ik u niet garanderen.  Omtrent dit concert heb ik geen voorkennis.
 
Om af te sluiten.  Nog één kleine muzikale tip.  Geen lange uitweidingen over dit liedje.  Geen zoeken naar redenen waarom ik juist dit liedje kies.  Gewoon luisteren.  En genieten, dat bovenal.
 
Vele groetjes.  Tot heel binnenkort.

Televisie:
Arsenal Live at Lotto Arena – AchtTV – Zaterdag 07/06 om 23.35 uur.
Coldplay, Ghost Stories – Canvas – Zondag 08/06 om 22.30 uur.

Links:
Seizoensbrochure NTG.
Seizoensbrochure Vooruit.

Liedje:
Ben and Ellen Harper –House is a home.

woensdag 4 juni 2014

Zou het toch kunnen? De zegeningen van een iPod.

Zou het kunnen dat een iPod reageert op de gemoedstoestand van de eigenaar? Dat een iPod muziek kiest, afgestemd op de gemoedsgesteldheid van de eigenaar? Een vreemde bewering, dat hoor ik u denken.  Alvorens u gaat twijfelen aan mijn verstandelijke vermogen en u verdere stappen overweegt omwille van mijn lijfsbehoud, wil ik u vertellen waarom ik tot een dergelijke vraagstelling kom.  Waarom die vragen zich in mijn hoofd nestelen.  Ik wil u mijn verhaal doen.  Getuigenis afleggen.
 
Ik moest met de wagen naar de garage.  Om daarna te voet naar het werk te gaan.  Een strikte planning had ik uitgewerkt.  Ik ben een optimist.  Dat optimisme schemerde door in mijn planning.  Niks kon fout gaan. Alles zou vlotjes verlopen.  Een professionele timemanager zou uitgaan van allerhande rampscenario’s en zou dat allemaal incalculeren.  Dat deed ik niet.  Een foutje? Dat zou kunnen.  Toch zal ik mijzelf niet beschuldigen.  Mijzelf aan de schandpaal nagelen, dat laat ik aan anderen over.  Indien zij dat noodzakelijk zouden achten.  Feit is dat ik bij het mij aanmelden aan de receptie mocht postvatten in een wachtrij.  Hiermee had ik geen rekening gehouden.  Ik had niet vermoed dat ook anderen op eenzelfde dag zich zouden aanmelden bij de garage voor een al dan niet noodzakelijke herstelling.  Minuten tikten weg.  De wachtrij loste slechts heel langzaam op.  Ik werd een beetje zenuwachtig.  Ik zou te laat komen op het werk.  Ik zou mij moeten haasten.  Lopen, rennen, wat een begin voor een werkdag.  Stress hoeft pas aan te vangen op het werk, niet vóór het werk.  Van mijn oorspronkelijke planning bleef niks meer overeind.  Die planning kon ik de prullenmand ingooien.
 
Mijn wagen had ik achtergelaten.  Licht gestrest kon ik mijn wandeling aanvatten.  Ik nam mijn iPod.  Stak mijn oortjes in.  Op dat moment gebeurde dat ene wonderbaarlijke, dat mij tot die vragen bracht, die ik bij het begin van dit stukje stelde.  In mijn oren kreeg ik rust doorgestraald.  Muziek temperde mijn stress.  Aangepaste muziek deed mij ontspannen.  Mijn iPod leek mij enkel rustgevende songs door te sturen.  Geen stampende of beukende muziek.  Niks van dat alles.  Rust en een waar zengevoel, dat was wat ik kreeg.  Weg was het stresskonijn.  Gespannenheid gleed van mij af.  Muziek deed mij mijn race tegen de klok vergeten.  Genietend van mijn muziek en van de mij door Gent gepresenteerde omgeving stapte ik op mijn werk af.
 
Volstaat die ene ervaring om tot bovenstaande vraagstelling te komen? Een beetje magertjes, ik beken.  Onvoldoende wetenschappelijk onderbouwd.  Meerdere bewijzen dienen aangedragen te worden.  Zoals bij een heiligverklaring heb ik meerdere ‘cases’ nodig tot staving van mijn bewering.  Dat extra bewijs heb ik.  Dat extra bewijs werd mij diezelfde dag nog aangereikt.
 
’s Avonds na het werk moest ik opnieuw naar de garage.  Ik mocht om mijn wagen.  Het regende.  Dat is nogal zwakjes uitgedrukt.  Een understatement, zoals wel eens wordt gezegd.  Die avond goot het.  Met bakken werd het water uitgestort.  Wachten kon ik niet.  Ik moest er door.  Vóór sluitingstijd moest ik aan de garage staan.  Ik begon aan mijn helletocht.
 
Geen stress nu.  Wel angst.  Angst om door en doornat te worden.  Ik aarzelde.  Binnen blijven was geen optie.  Ik moest mijn wagen hebben.  Ik moest er doorheen.  Wederom nam ik mijn iPod.  Wederom stak ik mijn oortjes in.  Wederom mocht ik dat wonderlijke moment ervaren.  Mijn iPod leek de weersomstandigheden te registreren.  Leek te beseffen dat zijn baasje door dat hondse weer moest.  Dit maal geen rustige muziek, dat leek mijn muziekdrager te denken.  Meer opzwepende muziek moest mijn stappen begeleiden.  Muziek, die mijn voeten net dat ietsje sneller deed bewegen.  Donkere, zwarte muziek dreef mij voort.  Duwde mij voort door de gietende regen.  Ik werd nat.  Doornat.  Niks bleef droog.  Toch bleef ik stappen.  Hard stappen.  Niet omkijken, blik strak vooruit.  Gericht op het einddoel.  Dat einddoel kwam dichter en dichter.  De redding wandelde ik tegemoet.  De onderdak biedende redding.  Slechts één metgezel had ik op mijn helletocht: mijn muziek.  De juiste muziek.
 
Reageert een iPod op de gemoedstoestand van de eigenaar? Ik weet het niet.  Ik twijfel.  Maar één ding weet ik zeker.  Steve Jobs kan veel.  Heel veel.  Het zou misschien dus toch kunnen.

Wandeling heen (de stress-versie):
Coldplay: Life in technicolor.
Wovenhand: Elktooth.
Leonard Cohen: Boogie street.
Melissa Etheridge: Keep it precious.
Stuart A. Staples: The path.
Dez Mona: Etude for a killer.
John Lennon: Borrowed time.

Wandeling terug (de regen-versie):
The Eagles: Out of control.
The Human League: Don't you want me.
The Sound: Fatal flaw.
Bombino: Azamane tiliade.
Noordkaap: De buren hebben honger.
Drive-By Truckers: Let there be rock.
Dire Straits: Private investigations.

Leonard Cohen: Boogie street.


The Sound: Fatal flaw.

maandag 2 juni 2014

Regeringsvorming, een heikele klus. Brief aan Bart De Wever.

Beste Bart,
 
U bent de grootste.  Daar hoeven wij niet flauw over te doen.  De cijfers zijn wat zij zijn.  Eén op drie Vlamingen meent dat uw partij de door u beloofde verandering kan bewerkstelligen.  Over die beloofde verandering wil ik het niet meer hebben.  Daarover schreef ik al meermaals (*).  Herhaling dienen wij te vermijden.  Dat gaat vervelen.  Verveling hoort niet in een brief.  Een ander onderwerp wil ik in deze brief aansnijden.  
 
Als grootste partij krijgt u de grootste verantwoordelijkheid.  Grootheid moet in verhouding staan.  U krijgt de verantwoordelijkheid een Vlaamse regering te vormen.  Maar niet enkel dat hoeft u te doen.  Bovenop die taak krijgt u ook nog eens de opdracht een federale regering te vormen.  Voor een gewoon mens zou dit al snel te veel kunnen worden.  Maar u wijkt niet.  U staat model voor de hardwerkende Vlaming.  Dan mag het al eens wat harder gaan.  U aanvaardt beide functies.
 
Het aanvaarden van beide functies doet uw beste vriend Bart Maddens in een interview suggereren dat in uw grote overwinning ook reeds het verlies ingebakken zit.  Zo voorbarig wil ik niet zijn.  Toch wil ik uw sympathisanten op een aantal moeilijkheden wijzen.  Moeilijkheden, die het niet evident maken dat u zal slagen in uw opdracht.  Verkeerdelijk veronderstellen zij dat de overwinning tevens inhoudt dat u het ambt van premier en van minister-president aan één van uw volgelingen zal mogen toewijzen.  Verkeerdelijk gaan zij er van uit dat uw overwinning betekent dat uw partij de sturende motor zal worden van de Vlaamse én de federale regering.  Dat deze cijfermatige logica geen evidentie is in de politiek lijkt uw sympathisanten heel even te ontgaan.  Zich verdiepen in de politieke geschiedenis van ons landje zou nochtans een zekere ontnuchtering en een grotere realiteitszin kunnen teweegbrengen bij uw kiezers.  Het politieke spel kent onverwachte wendingen.  Het politieke spel laat de winnaar heel soms ook de verliezer zijn.
 
Eerst en vooral wil ik even stilstaan bij het electorale fatsoen, waarom u vraagt.  Dat is een terechte vraag.  Fatsoen hoort.  Zelfs in de politiek.  Toch frons ik mijn wenkbrauwen als ik u hoor vertellen dat u de Waalse PS aan de kant wil schuiven.  Uw bevoorrechte gesprekspartners in Wallonië zijn MR en CDH.  Nochtans is PS de grootste partij.  Wat met het electorale fatsoen in Wallonië? Daarmee lijkt u blijkbaar minder problemen te hebben.  Een consequente houding zou u evenwel in de armen drijven van de door u verfoeide partij.  Daarmee zou u een eerste verkiezingsbelofte breken.  Dat valt moeilijk.  Daarom eventjes geen politiek fatsoen in Wallonië.  Maar dan hoeft het ook niet in Vlaanderen.  Dat lijkt mij eerlijk.  Dat lijkt mij consequent.
 
Vóór de verkiezingen had u de perfecte strategie uitgewerkt.  U wou zo snel mogelijk een Vlaamse regering vormen om dan de onderhandelingen te voeren over een federale regering.  Dat leek u de beste manier om enige druk te kunnen zetten op de federale regeringsvorming.  Die strategie vroeg om één noodzakelijke voorwaarde.  Uw partij moest incontournable worden.  Na de verkiezingen bleek dat aan die voorwaarde niet helemaal werd voldaan.  Uw partij zoog het Vlaams Belang en LDD leeg maar de regerende partijen werden niet afgestraft voor het gevoerde beleid.  Uw weerzin voor het door u gewraakte PS-model werd blijkbaar niet gedeeld.  De regerende partijen trappelden ter plaatse of boekten zelfs lichte winst.  Meer nog, aan Vlaamse kant hadden de regerende partijen plots een meerderheid.  Dit eerdere schoonheidsfoutje in de regeringsconstructie werd hiermee uitgevaagd.  Constructies, waarbij uw partij aan de kant bleef, werden plots een mogelijkheid.
 
Zoals ik al zei, in winst kan heel soms het verlies ingebakken zitten.  Want dat ene kleine lichtpuntje deden andere partijen beweren dat ook zij de winnaar van de verkiezingen waren.  Niet een zo grote winnaar als uw partij maar al bij al toch een winnaar.  U kan discussiëren over die claim maar die claim maakte de andere partijen zelfzekerder.  De gevreesde leegloop en/of afstraffing was er niet gekomen.  Uw partij bleek te vissen in een ander vijvertje.  Dat andere partijen plots voorwaarden zouden stellen, had u in uw vooraf uitgetekende strategie niet voorzien.
 
Die zelfzekerheid bij de andere partijen deden uw strategie een andere wending nemen.  Die andere partijen vroegen om beide regeringsonderhandelingen gelijktijdig te laten verlopen.  Zij bleken voorstander te zijn van een afspiegelingscollege.  Die wens mag u niet verbazen.  Voor de zesde staatshervorming dienen nog een hele reeks samenwerkingsakkoorden onderhandeld te worden.  Die onderhandelingen zullen vlotter verlopen indien dezelfde partijen aan zet zijn in zowel de Vlaamse als de federale regering.  Zij menen dat een afspiegelingscollege de kans op obstructie tot nul zal herleiden.  Dat een dergelijk college een goede afloop van die zesde staatshervorming zal waarborgen.  Indien u in een federale regering meestapt, zal u die staatshervorming moeten slikken.  Want op dit vlak zullen begrijpelijk garanties gevraagd en geëist worden.  Dat lijkt een conditio sine qua non te zijn.  U zal hiermee een staatshervorming helpen realiseren, waartegen uw partij hevig fulmineerde.  Regeringsdeelname lijkt daarom geen evidentie voor uw partij.
 
Maar ook de vorming van een Vlaamse regering belooft geen ‘walk in the park’ te worden.  Uw aanval op het binnen de Vlaamse regering onderhandelde akkoord over de onderwijshervorming heeft wonden geslagen.  Er wordt getwijfeld aan uw loyaliteit.  In verkiezingsmodus afstand nemen van een ook door uw partij onderhandeld akkoord, het is niet fraai.  Neen, het is niet fatsoenlijk.  Wie weet stellen partijen als voorwaarde tot regeringsdeelname dat het door u gecontesteerde onderwijsakkoord ook effectief zal uitgevoerd worden.  Een gemaakte verkiezingsbelofte zou hiermee teniet gedaan worden.
 
U ziet, regeringsdeelname van uw partij lijkt om bovenstaande redenen niet onmiddellijk een evidentie.  Er zal moeten onderhandeld worden.  Zwaar onderhandeld.  Compromissen zullen onvermijdelijk zijn.  Uw bereidheid tot het maken van dergelijke compromissen zal beslissen over een mogelijke regeringsdeelname.  Indien u beslist aan de kant te blijven staan of indien u aan de kant geschoven wordt, zullen andere partijen het overnemen.  Dat is eigen aan het politieke en democratische spel.  U bent aan zet.  U bepaalt de volgende zetten.  U zal de hoogte van de lat bepalen, waaronder u moet.  Indien u faalt, zal u de oorzaak van dat falen in eigen rangen moeten zoeken.  Met het vingertje wijzen naar andere partijen zal deze maal niet meer lukken.  Dat doen kleine kindjes.  U bent als partij te groot en te volwassen om de schuld af te schuiven.
 
Tot slot wil ik mij via u nog heel even richten tot de organisatoren van de Verkiezingsmars op Brussel.  Zij plannen op één augustus een mars op Brussel.  Omdat zij menen dat uw partij in de federale regering moet.  Onder die slogan trekken zij naar Brussel.  Met de organisatie van die mars lijken zij te twijfelen aan uw capaciteiten als informateur.  Zij lijken niet te geloven in uw welslagen als informateur.  Dat doe ik wel.  In voorgaande geef ik enkel de moeilijkheden en de gevaren aan.  Moeilijkheden en gevaren, die het mogelijk maken dat u toch aan de kant blijft.  Ondanks het feit dat één op de drie Vlamingen voor uw partij hebben gekozen.  Want heel misschien komen partijen aan zet, waar twee op de drie Vlamingen voor gestemd hebben.  Dat alternatieve scenario is geen aanslag op de democratie.  Dat scenario is een gevolg van de democratie.

Met vriendelijke groeten.

(*) Links:
N-VA en de kracht van verandering? Ik dacht het niet.