vrijdag 10 april 2015

30 dagen stilte. Brief aan Isolde Lasoen.

Beste Isolde,
 
Donderdagavond ging ik kijken naar Starflam.  De week daarvoor ging ik kijken naar Sioen.  Twee maal stond ik in de balzaal.  In de Gentse Vooruit.  Jawel, er gebeurt wat in Gent.  Gent leeft, zoals slimme marketeers wel eens durven beweren.  Dat hoef ik u niet te vertellen.  U bent van Gent.  Ik hoef u helemaal niet te overtuigen van de geneugten van deze feeststad.
 
Waarom toch deze brief? Waarom richt ik deze brief tot u? Twee terechte vragen.  Nu zou u kunnen denken dat ik het in deze brief wil hebben over beide concerten.  U bent muzikante, het zou kunnen.  Ik zou de noodzaak kunnen voelen om met u over beide concerten even van gedachten te wisselen.  Een muzikale gedachtewisseling, dat zou een mogelijkheid kunnen zijn.  Toch is het dat niet dat mij tot u brengt.  Die concerten zijn enkel een bruggetje.  Een spreekwoordelijk bruggetje om mij te brengen waar ik moet zijn.  Die concerten waren een handige aanleiding om mij te brengen tot dat ene waar ik het graag zou over hebben met u.  Dat ene is de stilte.
 
Stilte en concerten.  Rock en stilte.  Dat kan niet samengaan.  Dat kan nooit samengaan.  Dat zou een logische reactie kunnen zijn van uwentwege.  Met fronsende wenkbrauwen en een diepe zucht zou u mijn brief in de digitale vuilnisbak kunnen deponeren.  Om niet te hoeven verder lezen.  Ik zou het u niet kwalijk kunnen nemen.  U bent een vrij mens.  Een vrije vrouw.  Vrijheid is het hoogste goed.  Aan die vrijheid zou ik niet durven tornen.
 
Ondanks uw mogelijke en logische reactie tot destructie van de brief, wil ik van mijn vrijheid gebruik maken om aan te tonen dat stilte en rockconcerten best wel samengaan.  Let wel, ik bedoel niet de stilte in de meest letterlijke zin van het woord.  Ik wil die stilte ruimer interpreteren.  Wat Starflam en Sioen de voorbije donderdagen trachtten te bewerkstelligen, was het creëren van stilte in mijn hoofd.  Dat klinkt misschien een beetje vreemd.  Maar dat is het niet.  Een geslaagd concert kan bij het publiek een zekere flow tot stand brengen.  Een flow waarbij het publiek los van de wereld komt.  Dat is telkens een mooi moment.  Als het lukt tenminste.  Als dat lukt, valt alles weg.  Voor heel even dat heerlijke gevoel alleen op de wereld te zijn.  Ik alleen, samen met die muzikanten op het podium.  Ik vergeet alles.  Ik vergeet mijn to-do-lijstje.  De beslommeringen op het werk.  De kleine en grote ergernissen.  De niet en/of nooit op te lossen wereldpolitieke problemen.  In dat magische moment wordt het stil in mijn hoofd.  In dat magische moment ervaar ik een heerlijke stilte.  Een stilte, waarvoor u bent aangesteld als ambassadrice.
 
Toch wordt die stilte, waar ik en de muzikanten naar streef, bedreigd.  Niet enkel in concertzalen wordt die stilte belaagd.  Die dreiging voel ik tevens in theaterzalen.  In musea.  Waar mensen (samen)komen, lijkt een ongeschreven regel te bestaan dat mensen moeten communiceren.  Over koetjes en kalfjes.  Over niet gewichtige zaken.  Over dagelijkse beslommeringen.  Communicatie lijkt al te zeer een verplichting.  Een verplichting als bewijs van onze sociale en extraverte ingesteldheid.  Praten, praten, praten, praten, … Op elk moment.  Op elke plaats.  Tot vervelens toe.  Elke mogelijkheid tot stilte wordt wreed de nek omgedraaid.  Wij zijn sociale wezens, toch? Waarom dan zwijgen? 
 
Ik stond te kijken naar Sioen.  Naar Starflam.  Ik dacht aan de campagne ’30 dagen stilte’.  Er is nood aan een dergelijke campagne.  Dat dacht ik toen ik stond te heupwiegen op ‘La sonora’.  Een mens heeft nood aan stilte.  Dat mag en kan niet ontkend worden.  Zich even terugtrekken uit die razende ratrace.  Uit die wervelstorm.  Ik kan dat.  Ik wil dat.  Ik probeer dat.  Niet altijd lukt het.  Soms is er te veel ruis.  Zit er storing op de lijn.  Tussen mij en de ‘performing artist’.  Omdat anderen denken dat stilte een bedreiging is.  Terwijl het net de redding is.  Een tijdelijke en noodzakelijke redding.
 
Stilte in mijn hoofd.  Heel soms lukt het mij.  Niet altijd.  Als het dan toch lukt, ben ik gelukkig.  Dolblij.  Als een klein kind.  Dan wil ik dat moment vasthouden.  Nooit meer loslaten.  Ik wil niet uit die nagestreefde en uiteindelijk bereikte isolatie stappen.  Ik wil in die cocon blijven.  Maar dat kan niet.  Het leven gaat door.  Ik moet opnieuw die ratrace in.  Dat is het spijtige lot van een werkende mens.
 
Stilte.  Dat is die extra motivatie.  Die extra motivatie, die mij naar concertzalen brengt.  Naar theaterzalen.  Naar danstempels.  Naar filmzalen.  Omdat ik weet dat het magische plaatsen zijn.  Eén van die weinige plaatsen waar stilte nog kan gerealiseerd worden.  Daarom blijf ik komen.  Daarom blijf ik verlangen.  Daarom koop ik met veel plezier een kaartje.  Een kaartje waarin de mogelijkheid tot stilte vervat zit.  Die mogelijkheid is heerlijk.
 
Dit alles wou ik even delen met u.  Ik dank u voor het luisterende oor.

Met vriendelijke groeten.

Clips:
Starflam – La sonora.
Sioen – Hope for this land.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten