dinsdag 21 april 2015

Meer durf in het vluchtelingenvraagstuk. Brief aan Theo Francken.

Beste Theo,
 
Een humanitaire crisis, zo kunnen wij wel omschrijven wat er deze en vorige week gebeurde op de Middellandse Zee.  Anders kan ik het niet omschrijven.  Anders wil ik het niet omschrijven.  Op net geen week tijd vonden net geen duizend vluchtelingen de dood in de oversteek naar Italië.  In te gammele bootjes dagen zij het geluk uit, al te zeer gedreven door wanhoop.  Over de omstandigheden, waarin zij die oversteek maken, is niet echt veel gekend.  Getuigenissen bereiken ons weinig of niet.  Eén ding weten wij, het moet verschrikkelijk zijn.  Een zeker empathisch vermogen brengt ons tot dat besluit.  Jawel, in het begrijpen en aanvoelen van die miserie en pijn zijn wij bijzonder meegaand.  Minder meegaand zijn wij als het aankomt op het nemen van de juiste beleidsmaatregelen.
 
Wij zouden van een politicus mogen verwachten dat hij of zij zou zoeken naar redenen om een reddingsplan te rechtvaardigen.  Een reddingsplan dat zou moeten vermijden dat vluchtelingen de dood vinden op zee.  U doet dat niet.  U zoekt naar redenen waarom zou moeten afgezien worden van een dergelijk reddingsplan.  U vreest een aanzuigeffect indien zou worden besloten Mare Nostrum, het Italiaanse reddingsplan uit 2014, in ere te herstellen.  Dat klinkt bijna alsof u het grote aantal slachtoffers als een best te overwegen ontradingseffect kan huldigen.  Dat zou al te cynisch zijn.  Van zoveel cynisme wil ik u niet verdenken.
 
U beweert dat er een aanzuigeffect zou zijn.  Toch bestaan hierover heel wat meningsverschillen.  Cijfers vertellen een ander verhaal.  Tijdens de eerste drie maanden van 2014, ten tijde van Mare Nostrum, kwamen 25.800 bootvluchtelingen naar Europa.  Tijdens de eerste drie maanden van 2015, na het stopzetten van Mare Nostrum, bereikten 25.000 vluchtelingen de Italiaanse kust.  In het aantal vluchtelingen bestaat er bijna geen verschil.  Dat verschil bestaat wel als wij kijken naar het aantal dodelijke slachtoffers in beide perioden: 60 in 2014, 1.500 in 2015.  Uit deze cijfers kunnen wij enkel concluderen dat juist de afwezigheid van een duidelijk reddingsplan resulteert in een aanzuigeffect.  Een aanzuigeffect van doden.
 
U blijkt niet alleen te staan met uw standpunt.  Deze week zaten de 28 Europese ministers van Binnenlandse en Buitenlandse Zaken samen om zich te beraden over een gemeenschappelijke Europese aanpak.  Een tienstappenplan was het resultaat.  Het verhogen van de muren aan de Europese buitengrenzen, daar leek het zowat op neer te komen.  Van vernieuwend beleid was nauwelijks sprake.  Nochtans bestaat er een alternatief.  Hervestiging, gezinshereniging, werkprocedures: het zijn slechts enkele te overwegen mogelijkheden.  Het uitwerken van veilige en legale routes om naar Europa te komen moet in een dergelijk alternatief beleid ook zijn plaats vinden.  Niet enkel moet een alternatief beleid zijn blik richten op Europa.  Het moet ook buiten Europa kijken.  In de landen van herkomst moeten de Europese landen zich engageren om de oorzaken weg te nemen.  De oorzaken waarom ingezetenen van die landen besluiten te vluchten.  Dat moeten zij doen op een blijvende en niet aflatende manier.
 
Een dergelijk alternatief vraagt durf en moed van de politieke leiders.  Die durf en moed ontbreken.  Al te zeer voelen zij de hete adem in hun nek van politieke concurrenten, die van een streng migratiebeleid de kern van hun programma hebben gemaakt.  Het Franse Front National, het Britse UKIP, de Nederlandse PVV, het Duitse Alternative für Deutschland, het Griekse Gouden Dageraad, …: al die partijen blokkeren een helder, duidelijk en menswaardig migratiebeleid.
 
Nergens in het tienpuntenprogramma vind ik een aanpassing van de huidige Europese operatie Triton.  Het enige wat ik hierover kan terugvinden is een aanpassing van het budget.  Het budget wordt aangepast van drie naar zes miljoen euro per maand.  Over een mogelijke en noodzakelijke aanpassing van het mandaat lees ik niks.  Triton wordt geen zoek- en reddingsoperatie.  Het zal blijven doen wat het de voorbije maanden deed: het bewaken van de Europese grenzen.  Dat is te weinig.  Veel te weinig.  Dat bewijzen de lijkkisten van de voorbije dagen.
 
Duizend dodelijke slachtoffers blijken onvoldoende om het Europese beleid te hertekenen.  Als een dergelijke crisis onvoldoende blijkt om politici wakker te schudden, vrees ik voor het ergste.  Als een dergelijke crisis niet volstaat om uit de politieke lethargie te ontwaken, vrees ik voor het ergste.  Van ministers en staatssecretarissen mag verwacht worden dat zij beleid voeren.  Dat zij voorop gaan.  Jawel, van hen mag verwacht worden dat zij, als dat nodig is, ingaan tegen een deel van de bevolking.  Een deel van de bevolking, dat zich laat terroriseren door angst.  Die angst kan nooit een goede raadgever zijn en moet dus geweerd worden uit het beleid.  Angst mag niet binnensluipen in het uitschrijven van te nemen maatregelen.
 
Kan het beter? Neen.  Het moet beter.  Veel beter.  Om zo te vermijden dat wij de komende dagen opnieuw zullen geconfronteerd worden met onze politieke lafheid.

Met vriendelijke groeten.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten