maandag 31 oktober 2016

Cabane, gezien in De Expeditie - Dok Noord. Brieft aan Titus, Robrecht en Joris.

Beste Titus,
Beste Robrecht,
Beste Joris,
 
Slechts weinigen hebben het.  Slechts weinigen kunnen het.  U hebt het.  U kan het.  Heel waarschijnlijk zal u zich nu afvragen wat u precies hebt.  Wat u precies kan.  Laat het mij verduidelijken.  Vrijdagavond gingen we naar uw voorstelling.  Naar Cabane.  De verwachtingen waren hooggespannen.  Dat is altijd zo als ik naar uw Compagnie kom.  Nooit hebt u mij teleurgesteld.  Of toch heel weinig.  We mogen de waarheid geen geweld aandoen.  Maar als u mij teleurstelde, vergaf ik het u.  Keek ik al uit naar onze volgende ontmoeting.
 
Vrijdagavond kwam ik dus naar Cabane.  Dat uitzonderlijke gebeurde.  Dat wonderlijke.  Van bij de eerste minuut had u mij in uw greep.  Hoe u het doet, weet ik nog altijd niet.  Maar u deed het.  Alweer.  Ik schoof naar voor op mijn stoel.  Ik boog licht naar voor.  Omdat ik niets wou missen.  Omdat ik elk woord wou opnemen.  Geen enkele beweging wou ik missen.  Ik wou alles zien.  Alles horen.  Elke nuance.  Niets mocht aan mijn aandacht ontsnappen.
 
Ik heb gelachen.  Vaak en luid.  Nu zou u kunnen denken dat ik enkel aandacht had voor het oppervlakkige.  Voor datgene wat bovendrijft.  Dat ik helemaal geen aandacht had voor die onderliggende boodschap.  Voor het eigenlijke verhaal.  U zou kunnen denken dat ik het niet zo goed begrepen heb.  Dat ik zou denken dat het een komedie was.  Dat deed ik niet.  Ik was mee in het verhaal.  Ik voelde wat onderhuids sluimerde.  Ik ving de signalen op.  De noodkreet hoorde ik.
 
U had een verleden.  Zoals iedereen.  Maar niet iedereen sleept vragen uit dat verleden mee.  Vragen, waarop nog geen antwoorden werden gegeven.  U had die vragen wel.  Dat bezwaarde uw leven.  U droeg die last mee.  U had nog nooit iemand gevonden om te ventileren.  Om te ontluchten.  Het leek wel alsof u een tikkende tijdbom was.  U had een kort lontje.  Bij het minste explodeerde u.  U zocht naar een mogelijkheid om alles los te laten.  Wij waren getuige van die zoektocht.  Die zoektocht naar dat moment.  Die zoektocht naar die antwoorden.
 
U bleek te wanhopen.  Maar dan kwam dat moment.  Dan werd u die mogelijkheid geboden.  U ontmoette iemand.  Een wildvreemde.  Door omstandigheden werd u samengebracht.  Die onverwachte ontmoeting interpreteerde u als die ene mogelijkheid.  Dat moment, waarop u alles vrijuit kan uiten.  Zonder mogelijke repercussies.  U daagde elkaar uit.  U dreef elkaar in het nauw.  Op een dergelijke manier dat het wel tot een uitbarsting moest komen.  Dat gebeurde dan ook.  Alle problemen kwamen naar boven.  De gemaakte fouten.  De begane vergissingen.  Alles werd op tafel gegooid.  Wij waren de stille getuigen.  Op die momenten verging het lachen ons.  Voelden wij met u mee.  
 
Plots kregen wij te horen wat onderhuids borrelde.  Een ongemakkelijke relatie met de vader.  Met de vrouw.  Een afwezigheid op een te belangrijk moment.  Het besef geen afscheid te hebben genomen.  Een te grote zorg voor uw zoon.  Alle pijn werd uitgeschreeuwd.  Tegen elkaar.  Tegen u zelf.  Het stopte niet.  De wonde was opengebarsten.  Alle vuiligheid moest uit de wonde.  Alle etter moest er uit.  U ging maar door.  Ongehinderd.  U nam geen blad voor de mond.  Spaarde niemand.  Dit was het moment.  Dat langverwachte moment.  Nu mocht niks meer achtergehouden worden.  Alles moest er uit.
 
Ik heb gelachen.  Maar ik heb ook intens meegeleefd.  Bijna moest ik huilen om dat emotionele analfabetisme.  Om die onmogelijkheid over gevoelens te praten.  Om die onmogelijkheid dingen uit te praten.  Niet op te stapelen.  Pas met de rug tegen de muur lukte het dan toch.  Uiteindelijk.  
 
Beste Titus.  Beste Robrecht.  Beste Joris.  Vrijdagavond hebt u mij een boeiende avond geschonken.  Een mooi begin van het weekend.  Tijdens het weekend dacht ik vaak terug aan Cabane.  Aan uw prestatie.  Telkens was er datzelfde besluit.  Telkens zei ik tegen mijzelf dat het buitengewoon sterk was.  Het verhaal.  Uw performance.  Op niks valt ook maar iets af te dingen.  Ik zei het al in het begin.  Compagnie Cecilia stelt nooit teleur.  Deze voorstelling was nog maar eens een bevestiging.

Beste Titus.  Beste Robrecht.  Beste Joris.  Ik wil u danken.  Van ganser harte.

Met vriendelijke groeten.

Speellijst:
Cabane – Compagnie Cecilia.

vrijdag 28 oktober 2016

Lekke band? Geen enkel probleem? Brief aan Max Mobiel.


Beste Max,

Ik kom met de fiets naar het werk.  Dagelijks.  Elke werkdag fiets ik naar en van het werk.  Ik werk in het centrum van Gent.  Dan is de fiets een te overwegen alternatief.  Met de wagen doorheen het centrum slalommen, kan soms best een opgave zijn.  Een martelgang.  Dat wil ik vermijden.  Daarom neem ik de fiets.  Met mijn fiets moet ik nooit aanschuiven.  Voor mij geen traag tot stilstaand verkeer.  Altijd kan ik doorrijden.  Dat schept rust in het hoofd.  Op de fiets ervaar ik een zengevoel.  Dat bijna nooit wordt verstoord.

Toch kreeg dat zengevoel deze week een flinke knauw.  Laat mij u geruststellen, u had daarin geen aandeel.  U duid ik niks ten kwade.  Anderen moet ik met de vinger wijzen.  Nochtans, ik zoek geen schuldigen.  De schuldvraag is van geen belang.  Heel waarschijnlijk maak ik u nieuwsgierig.  Heel waarschijnlijk wil u weten waarom ik u deze brief schrijf.  

Wel nu dan, deze week kwam ik aan op mijn werk.  Met een vreemd gevoel.  Het leek alsof mijn fiets dienst weigerde.  Of ik nu naar links of rechts stuurde, het leek moeilijk te gaan.  Toch moeilijker dan op andere dagen.  Ik maakte mij ongerust.  Stapte af.  Deed een eerste controle.  Meteen een korte controle.  Want toen ik mijn voorwiel inspecteerde, stelde ik vast dat mijn fietsband leeggelopen was.  Platte tube, zoals ze zeggen.

Een lekke band, het is geen unicum.  Al meerdere keren werd ik geconfronteerd met dit spijtige gebeuren.  Ik moet door de Overpoortstraat.  De straat van de studenten.  Nu durf ik te denken dat heel wat studenten oprecht menen dat scherven geluk brengen.  Dat die scherven hun garantie bieden op een goed examen.  Dat zij via die scherven het geluk over hen afroepen.  Of misschien menen zij dat zij via die scherven in de gunst komen bij de god van de liefde.  Dat die god hen een liefdevolle nacht zal garanderen.  Wat de beweegredenen ook mogen zijn, ik merk dat ik vele keren doorheen de glasscherven mag slalommen.  Veelal kan ik ongeschonden de eindmeet bereiken.  Veelal blijven mijn banden intact.  Slechts enkele keren loopt het slecht af.  Slechts enkele keren loopt mijn band heel zachtjes leeg.  Zoals deze week dus.

Ik weet niet wat het was.  Deze keer had ik echt geen zin met mijn fiets aan de hand naar huis te wandelen.  Het vooruitzicht op een lange fietswandeling maakte mij triest.  Ik wou een oplossing.  Een onmiddellijke oplossing.  Zodat ik dezelfde avond nog naar huis kon fietsen.  Op de fiets, zoals het hoort.  Niet naast de fiets.

Een mobiele fietshersteller, dat leek mij de oplossing.  Ik ging even op het internet.  Als snel vond ik een aantal adressen.  Ik maakte vlug een kosten-batenanalyse.  Ik nam contact op met de goedkoopste.  Dat telefoongesprekje was nogal ontnuchterend.  Op mijn vraag of hij dezelfde dag nog kon langskomen voor de nodige herstelling, kreeg ik een antwoord dat ik hoopte niet te moeten horen.  Er was een wachtlijst van drie weken.  Drie weken wachten, dat was geen oplossing.  Net vóór ik het gesprek beëindigde, gaf de man mij nog een tip.  De gouden tip, zoals later zou blijken.  Hij zei mij even te informeren bij Max Mobiel.

Dat deed ik.  Ik belde met uw filiaal in Gent-Centrum.  Onder de stadshal.  U zei mij even langs te komen.  U kon niks garanderen.  U zat overvol van het werk.  Maar misschien.  Heel misschien.  Heel soms zijn er nog kleine wonderen te ervaren.  

Vol van hoop bracht ik mijn fiets tot bij u.  Ik moest even wachten.  Dat deed ik.  Met plezier.  Want u zou mijn redding kunnen betekenen.  Dus bleef ik wachten.

Het was mijn beurt.  Ik vertelde mijn verhaal.  Mijn verhaal met dat spijtige einde.  U keek naar mijn voorwiel.  Naar de lekke band.  Ik zei nog dat ik mijn fiets gerust bij u kon achterlaten.  Dat ik wel na het werk mijn fiets wou ophalen.  Zo had u één volledige dag om die fiets te herstellen.  U knikte.  Niet enkel knikte u, u kwam ook met die verlossende woorden.  U vroeg mij of ik even kon wachten.  Want u kon het onmiddellijk doen.  Ik vroeg u dit even te herhalen.  Omdat ik het niet leek te geloven.  Maar u had het wel degelijk gezegd.  U kon het onmiddellijk herstellen.  Ik zegde toe.  Uiteraard.  Ik aarzelde geen moment.

Ik liep nog even om geld.  Toen ik terugkwam, was het gebeurd.  Mijn fiets was hersteld.  U maakte van mij een gelukkig mens.  Ik glunderde.  Mijn dag kon niet meer stuk.  U spaarde mij een lange wandeling uit.

Beste Max, u was deze week mijn reddende engel.  Ik weet nu waar u resideert.  Bij problemen met de fiets haast ik mij naar u.  Zonder enige aarzeling.  Want ik heb mogen ervaren wat u kan.  Wat u deed.  Het stelt mij gerust te weten dat u altijd in de buurt bent.  Daarvoor wil ik u danken.

Met vriendelijke groeten.

maandag 24 oktober 2016

Waarom ik tegen Ceta ben. Je suis Paul. Brief aan Paul Magnette.

Beste Paul,
 
De voorbije dagen kreeg u heel wat stront over u heen.  Vergeef mij deze woorden.  Ik ben netjes opgevoed.  Toch doen de verschillende kritieken en opinies, geschreven naar aanleiding van uw weigering het CETA handelsverdrag te ondertekenen, mij tot dit weinig fraaie besluit komen.  U kreeg emmers stront over u heen.  Shit, zoals ook wel eens gezegd wordt.  Of merde, dat wordt ook wel eens gebruikt.  Bovendien deed u een vrouw huilen.  Dat u het lef hebt een handelsverdrag te blokkeren, tot daar aan toe.  Dat u een vrouw in huilen doet uitbarsten, dat is dan weer een stap te ver.  Uw imago van perfecte gentleman werd aan flarden gescheurd.  Bijna iedereen is het er over eens.  Paul Magnette is een stoute jongen.  Stoute jongens horen in de hoek te staan.  Handen op het hoofd.  Als teken van overgave en boetedoening.
 
Voor mij hoeft u niet in de hoek te staan.  Integendeel.  U verdient een podium.  U verdient een lauwerkrans.  Want u doet datgene, dat al die anderen hebben nagelaten.  U doet datgene wat van u gevraagd en verwacht werd.  U onderwierp het handelsverdrag aan een kritisch onderzoek alvorens uw handtekening te plaatsen.  Dat onderzoek bracht een aantal tekortkomingen aan het licht.  Fouten in de constructie, die ook door anderen reeds werden geopperd.  Want u staat helemaal niet alleen.  Andere stemmen hadden ook al kritische bemerkingen laten horen.
 
Grootste struikelblok is de arbitrageprocedure.  Buitenlandse ondernemingen kunnen overheden voor een zakenrechtbank brengen als zij van oordeel zijn dat hun investeringen door overheidsbeleid in gevaar komen.  Vraagtekens kunnen geplaatst worden bij het democratische karakter van deze maatregel.  De vraag kan immers gesteld worden of een overheid mag of moet toelaten dat zij in haar beleid kan overruled worden door een onderneming.  Voorstanders van CETA beweren dat het wel niet zo een vaart zal lopen.  Toch bewijzen voorbeelden uit een recent verleden het tegendeel.  In 2012 werd in Australië het uniforme neutrale sigarettenpakje zonder logo ingevoerd.  Philip Morris gebruikte het abitragemechanisme uit het vrijhandelsakkoord tussen Hongkong en Australië als juridische basis om de regering van Australië aan te klagen.  Een ander voorbeeld is dat van Keystone XL in de Verenigde Staten.  Toen president Obama een streep trok door de oliepijplijn, trok het bedrijf Transcanada naar een tribunaal om de Amerikaanse staat aan te klagen.  Een schadeclaim van 15 miljard dollar bedreigt de Amerikaanse regering.  Nog een ander voorbeeld.  In Duitsland ontving de stad Hamburg een schadeclaim vanwege het energiebedrijf Vattenvall omdat zij haar plan voor de bouw van een kolencentrale bedreigd zag door aangescherpte milieuregels.
 
Bovenstaande voorbeelden moeten aantonen dat sociale, ecologische en duurzame maatregelen in het gevoerde overheidsbeleid kunnen gedwarsboomd en beïnvloed worden door investeerders.  Noodzakelijke maatregelen kunnen op die manier gestopt of aangepast worden.  
 
Beste Paul, uw verzet tegen de arbitrageprocedure is volledig terecht.  Omdat blijkt dat een dergelijke maatregel helemaal niet nodig is.  In een gelijkaardig, recent akkoord tussen de EU en Zuid-Korea werd een dergelijke maatregel niet voorzien.  Ondanks de afwezigheid van een dergelijke clausule, wordt deze handelsovereenkomst door Europese beleidsmakers geprezen als één van de meest ambitieuze.
 
Bovendien beschikken buitenlandse investeerders al over een groot arsenaal aan mogelijke rechtsmiddelen.  Zij kunnen een procedure opstarten bij de Wereldhandelsorganisatie.  Zij kunnen de nationale juridische middelen uitputten.  Bovendien kunnen zij politieke risico’s verzekeren bij private verzekeraars.  U ziet, voor de buitenlandse investeerders zijn er voldoende, bestaande alternatieven.
 
Bij alles wat  de commerciële liberalisering ten goede komt of moet komen, merken wij in dit handelsakkoord vele wettelijke afdwingbare clausules.  Een grote vaagheid merken wij op het vlak van milieuregels of sociale normen.  Enkel staat aangegeven dat het recht om te reguleren niet in gevaar komt voor overheden.  Maar we weten allemaal wat een dergelijk recht inhoudt.  Overheden worden door multinationals tegen elkaar uitgespeeld.  Overheden beseffen dat een te strikt ingrijpen henzelf uit de markt zal prijzen.  Een run to the bottom dreigt.  
 
Uw weigering het handelsverdrag te ondertekenen zou zijn oorsprong vinden in partijpolitieke overwegingen.  U zou de hete adem van het Waalse PVDA in uw nek voelen.  Daarom zou u deze grote sprong voorwaarts plaatsen.  Met uw oppositie tegen de politieke mantra (jobs, jobs, jobs) van de huidige regering zou u aan geloofwaardigheid willen winnen bij het Waalse kiezerspubliek.
 
Ik wil u zeggen dat ik bovenstaande karikatuur niet onderschrijf.  Voorstanders beweren dat het handelsverdrag jobs zou creëren.  Dat het economische groei zou creëren.  Het zou volgens diezelfde voorstanders inderdaad een juiste plaats hebben in de zoektocht naar jobs, jobs, jobs.  U betwist dat.  Terecht.  Een studie, geschreven door Pierre Kohler en Servaas Storm, zou aantonen dat CETA tot een banenverlies van 240.000 arbeidsplaatsen zou leiden.  De studie bevestigt dat de economische groei eerder beperkt is en zelfs zonder dat verdrag zou kunnen gerealiseerd worden.  Bovendien bewijst de studie dat ook de fiscale inkomsten zouden teruglopen.  Kort samengevat kan gesteld worden dat deze studie geen rooskleurig beeld schetst van dit handelsverdrag.  Minder banen, minder macht voor de werknemers en minder welvaart, dat is de harde conclusie van deze studie.
 
Vrijheid van handel mag.  Onder toezicht van de overheid.  Met een optimale bescherming van mens en milieu.  Niet summier en al te beknopt uitgeschreven.  Wel uitgebreid en goed gedocumenteerd.  Niet vrij interpreteerbaar.  Wel wettelijk verankerd.  Enkel onder die voorwaarden wil ik akkoord gaan.  Als dat niet kan gegarandeerd worden, dan hoop ik dat u voet bij stuk houdt.  In dat geval wens ik u volharding.  Maar bovenal wens ik u succes.  Veel succes.
 
Beste Paul, ik wil u danken om die weinig benijdenswaardige rol van luis in de pels op u te nemen.  Om tegen de stroom in te gaan.  Om te pleiten voor openheid, eerlijkheid en rechtvaardigheid.
 
Met vriendelijke groeten.
 
Opmerking:
Ook altijd leuk om weer te zien: Karel De Gucht over TTIP (in hoeverre is dit door te trekken naar CETA?).



vrijdag 21 oktober 2016

Uitgelezen: We hadden liefde, we hadden wapens. Brief aan Christine Otten.

Beste Christine,
 
Martin Luther King, die man kende ik.  Met een bijna absolute zekerheid durf ik te beweren dat iedereen deze man wel kent.  Iedereen, zonder enige uitzondering.  Iedereen zal wel kunnen vertellen dat deze man één van de prominentste leden was van de Amerikaanse burgerrechtenbeweging.  Alom wordt hij geroemd om zijn geweldloze verzet tegen de rassenongelijkheid.
 
Met eenzelfde zekerheid durf ik te beweren dat bijna niemand zal weten wie Robert F. Williams was.  Dat is nochtans het hoofdpersonage uit uw boek.  Misschien een vreemde keuze om een boek rond een minder gekend iemand op te bouwen.  Maar dat is het niet.  Uit uw keuze spreekt een zekere eigenzinnigheid.  Bovendien maakt die keuze het boek om een extra reden interessant.  Uw boek toont hoe het geweldloze verzet op kleiner, lokaal vlak wordt ingevuld.  Hoe diezelfde strijd, ver weg van de televisiecamera’s, wordt ervaren en beleefd.
 
Soms is een boek nodig om te ervaren hoe de werkelijkheid echt was.  Om ten volle de ernst van de situatie te begrijpen.  Vaak kennen wij wel de historische feiten maar ontbreekt de kennis omtrent de impact van diezelfde feiten.  Zo had ik het boek Beijing Coma van Ma Jian nodig om mij bewust te worden van de betekenis van de studentenprotesten op het Tiananmenplein in Peking.  Eenzelfde effect had uw boek.  Uw boek schudde mij wakker.  U dwong mij voorbij die historische ‘I have a dream’ speech van Martin Luther King te kijken.  Die speech deed mij geloven dat alles nog vrij vreedzaam verliep.  Maar dat was het niet.  U vertelt over de wreedheden van de Ku Klux Klan.  Over de verstrekkende gevolgen van de rassenongelijkheid.  Hoe zwarten de toegang werd geweigerd tot openbare zwembaden.  Tot filmzalen.  Hoe zij op bussen werden afgezonderd van de blanken.  U deed mij de impact van al die maatregelen voelen.  Op een overtuigende, bijna realistische wijze.
 
U toonde mij de kracht van een overtuiging.  In vredestijd is het hebben van een overtuiging nauwelijks gedurfd.  Anders wordt het in tijden van oorlog of onderdrukking.  Dan wordt het hebben van en het vasthouden aan een overtuiging helemaal anders.  Op die momenten vraagt het moed.  Lef.  Durf.  Dat alles blijkt Robert F. Williams in overvloed te hebben.  Op geen enkel moment twijfelt hij.  Op geen enkel moment aarzelt hij.  Resoluut gaat hij zijn uitgestippelde weg.  Nooit wijkt hij af.  Zelfs niet als hij moet uitwijken naar Cuba.  Of verder nog.  Naar China.  Recht op zijn uiteindelijke doel stapt hij af.
 
Die vasthoudendheid heeft niet enkel een invloed op het leven van Robert F. Williams zelf.  Het beïnvloedt ook de levens van de mensen rondom hem.  Het leven van zijn kinderen.  Het leven van zijn echtgenote.  Dat illustreert u treffend door het verhaal te laten vertellen door de jongste zoon en de echtgenote.  Beiden vertellen hun verhaal.  Kijken op hun eigen manier terug op de gebeurtenissen.  In die terugblik valt er enige gelijkenis te lezen.  De zoon twijfelt soms aan de aanwezigheid van een vader.  Twijfelt aan de liefde van een vader voor zijn zoon.  De echtgenote twijfelt aan de aanwezigheid van een man.  Twijfelt aan de liefde van een man voor zijn vrouw.  Beiden zien en menen vaak dat de rol van politiek voorvechter de bovenhand haalt op de familiale rol.  Dat eist zijn tol.
 
Na het overlijden van Robert F. Williams, blijven de echtgenote en de zoon achter.  De echtgenote is overtuigd dat het verhaal moet verteld worden.  De zoon twijfelt.  De zoon geniet van de verworvenheden van de harde strijd van zijn vader.  Hij twijfelt aan de noodzakelijkheid om dit verhaal te vertellen.  Want wie ligt hier nog wakker van.  Het zijn andere tijden.  Tijden, waarin andere regels gelden.  Over die tweestrijd doet u ook verslag.  Over dit innerlijke, persoonlijke gevecht.
 
Ik weet dat het verhaal moet verteld worden.  Want bijna nooit is iets echt verworven.  Altijd kunnen vermeende verworvenheden in de verdrukking komen.  Van de mens wordt een blijvende alertheid gevraagd.  Dat mag blijken uit het recente politiegeweld tegen zwarten in de Verenigde Staten.  De geschiedenis herhaalt zichzelf niet maar zij remt wel.  Dat wist Mark Twain al.  U lijkt het ook te weten.  Want uw boek komt op een bijzonder interessant moment.
 
Ik heb uw boek gelezen.  Uw aangrijpende verhaal.  Uw meeslepende verhaal.  Ik leerde een bewonderenswaardig man kennen.  Een volhardend man.  Een vader.  Een echtgenoot.  Want ook dat was hij.  Dat weet ik nu.  Dat besef ik nu.  Robert F. Williams? Een groot man.  Ik wil u danken voor de ontmoeting met deze man.
 
Wij staan in ons leventje.  In ons luxueuze leventje.  Waarbij wij al te gemakkelijk vergeten welke strijd hiervoor werd geleverd.  Al te vaak vergeten wij die mensen met een niet aflatende overtuiging.  Een overtuiging, die noodzakelijke veranderingen in het maatschappelijke leven in gang gezet hebben.  Uw boek is een wake-upcall.  Brengt ons dit alles nog even in herinnering.
 
Beste Christine, ik wil u danken voor dit mooie boek.
 
Met vriendelijke groeten.