donderdag 8 juni 2017

Uitgelezen: Frontlijnen, een reis langs de achterkant van de wereldeconomie. Brief aan Nick Meynen.

Beste Nick,
 
Aan het eind van uw boek stelt u mij die ene vraag.  Na bijna driehonderd bladzijden komt u tot die ene vraag.  U vraagt wat ik met de informatie uit het boek zal doen.  Ik ben welopgevoed.  Ik weet dat een vraag een antwoord behoeft.  Zo is het mij geleerd.  Zo heb ik ook altijd gehandeld.  Op vragen antwoordde ik.  Zo eenvoudig was het.  Zo eenvoudig is het.  Na het lezen van uw boek vind ik die eenvoud niet meer zo vanzelfsprekend.  Omdat het formuleren van een antwoord op de door u gestelde vraag tegelijk een engagement impliceert.  Met engagementen moet men uitkijken.  Die dient men ernstig te nemen.  Uw vraag tolt nog steeds door mijn hoofd.  Een uitgewerkt antwoord heb ik nog niet gevonden.  Maar het houdt mij bezig.
 
Bij het lezen van uw boek moest ik denken aan die ene uitspraak van professor Paul De Grauwe.  In een interview had hij gezegd dat het kapitalisme zijn eigen ondergang regisseert.  Ik dacht aan de bankencrisis.  Ik dacht aan Lux Leaks.  Ik dacht aan de Panama Papers.  Ik dacht aan de buitensporige bonussen van managers en CEO’s.  Ik kon zijn uitspraak begrijpen.  U gaat nog een stapje verder.  Het huidige kapitalisme schrijft niet enkel zijn eigen ondergang.  U beweert dat het huidige economische systeem onhoudbaar is en dat het mens, dier en planeet ziek maakt.
 
Een stelling opperen is gemakkelijk.  Een stelling onderbouwen met overtuigende argumenten is dan weer net iets moeilijker.  Toch slaagt u hierin.  Doorheen uw boek reikt u de lezer vele argumenten aan.  U reist de wereld rond.  In die wereld vindt u vele voorbeelden voor uw stelling.  U voert de lezer naar Brazilië.  Ecuador.  Congo.  Oeganda.  Niger.  Griekenland.  U voert de lezer naar India.  Spanje.  Pakistan.  U voert de lezer zelfs naar België.  Naar Hoboken.  In al die landen laat u zien hoe het huidige systeem zwaar uit de bocht gaat.  Hoe dat systeem ontspoort.
 
Uw boek deed mij teruggrijpen naar een interview dat ik las.  In een MO* interview zegt Philippe Blom dat wij de gewelddadigheid en wreedheid die wij in de Europese maatschappijen in het verleden kenden, nog steeds veroorzaken maar nu hebben geoutsourcet.  In datzelfde interview stelt hij verder dat wij hier welvarende samenlevingen hebben opgebouwd omdat wij de wreedheden van onze maatschappij exporteren.  In uw boek illustreert u de beweringen van dhr. Blom uitgebreid.  U toont duidelijk en overtuigend aan dat elk bedrijf de kosten afwentelt op de maatschappij.  Externe kosten worden geëxternaliseerd.  Dat kan niet langer.  Het internaliseren van die externe kosten is broodnodig omdat wij enkel zo de juiste prijs betalen.  Om dit te kunnen bereiken hebben we nood aan een sturende overheid.  Maar die ontbreekt.  Op velerlei gebieden.  U wil de rol van de overheid als dirigent in het economische systeem herstellen.  Die corrigerende overheid is onontbeerlijk in het succesvol uitbouwen van uw economisch alternatief.
 
Uw grootste bekommernis is het economische systeem weer op de sporen te zetten.  De juiste sporen.  U pleit voor het heruitvinden van een nieuw, ander systeem.  Een systeem weg van de vier grote mythes.  Vandaag wordt met grote overtuiging gesteld dat meer wereldhandel gelijkstaat met meer welvaart.  Dat vrijhandelsakkoorden als TTIP en CETA ons versterken.  Dat het neoliberalisme de enige weg is naar vrijheid.  Dat het BNP moet groeien.  Dat zijn de vier mythes.  U ontkracht die mythes.  Eén voor één.  U doet dat met verve.  U sloopt die economische geloofspunten.  Steen voor steen.  Tot op de grond.  Om dan een alternatief voor te stellen.
 
Want dat is wat u doet.  U geeft kritiek.  Maar tegenover die kritiek plaatst u hoop.  U wijst ons de weg.  Naar wat het zou kunnen zijn.  Naar wat het zou moeten worden.  U houdt ons een toekomst voor, dat aan enkele voorwaarden moet voldoen.  We moeten naar een welvaart, dat niet langer gekoppeld is aan groei.  We moeten af van het neoliberalisme.  In ruil moeten we zoeken naar manieren, die duurzame vrijheid en zekerheid garanderen.  We hebben nood aan betere handel.  Betere bedrijven.  Betere bewegingen.  Betere bestuursideeën.  Over die nieuwe toekomst spreekt u niet sloganesk.  Dat zou te gemakkelijk zijn.  U past voor dat gemakkelijke.  U werkt die toekomst uit.  Op overtuigende manier.  Met voorbeelden.  Met voorstellen.
 
In uw boek lees ik een helder uitgeschreven pleidooi.  Een pleidooi, waarin u plaats vrijmaakt voor enkele van uw ergernissen.  Ik lees uw ergernis over verhandelbare emissienormen.  Over de geplande veroudering bij producten.  Over de scheepvaart als meest vervuilende en tegelijk meest beschermde sector.  Die ergernissen schaden uw pleidooi niet.  Integendeel.  Zij versterken uw pleidooi.  Omdat ook in die ergernissen uw bezorgdheid om een leefbare wereld doorklinkt.  Net zoals in uw volledige boek.
 
Om terug te komen op uw vraag aan het einde van uw boek.  Wat ik met de informatie uit uw boek zou doen? Ik weet het niet.  Nog niet.  Wat ik wel weet, is dat ik nog veel moet lezen.  In uw boek reikt u mij literatuur aan.  Die wil ik lezen.  Die wil ik vooraf lezen.  Ik wil de encycliek Laudato Si van paus Franciscus lezen.  Ik wil het rapport van de Britse denktank NEF lezen over de 21-uren werkweek.  Ik wil die kritieken lezen op CETA en TTIP: The Court that Rules the World en The Great CETA Swindle.  Ik wil de studie Late Lessons from Early Warnings van het EEA (European Environment Agency) , lezen.  Om een antwoord te formuleren op uw vraag heb ik nog veel werk.  Mijn antwoord vraagt om verdere studie.  Dan zal alles moeten bezinken.  Om uit dat bezinksel mijn antwoord te formuleren.  Pas dan zal het lukken.
 
Wat ik wel kan doen, is uw boek aanbevelen.  Aan iedereen.  Ik sluit mij aan bij Naomi Klein.  Op de voorkaft van uw boek staat die ene uitspraak van haar.  Dat uw boek een breed en internationaal publiek verdient.  Dat is de nagel op de kop.  Dit boek moet gelezen worden.  Ik hoed mij voor verplichtingen.  Omdat het vaak of veelal niet werkt.  Voor uw boek zou ik graag een uitzondering maken.  Uw boek zou ik verplichte lectuur wensen te noemen.  Omdat het de lezer weghoudt van doemdenken.  Weghoudt van allerlei onheilsprofeten.  Omdat het de lezer een hoopgevend en realistisch alternatief aanbiedt.  Omdat uw boek niet tegen iets pleit (zoals al te veel gebeurt) maar voor iets pleit.
 
Beste Nick.  Ik wil u danken voor uw boek.  Nog meer besef ik nu dat het anders moet.  Nog meer besef ik nu dat het ook anders kan.  U wees mij de weg.  Die weg wil ik op.  Die weg wil ik volgen.  En neen, u hoeft niet te vrezen.  Ik zie in u niet de nieuwe Heiland.  Ik zie in u enkel een overtuigende en vernieuwende opiniemaker.
 
Ik wens u het allerbeste.
 
Met vriendelijke groeten.
 

Geen opmerkingen:

Een reactie posten