dinsdag 16 januari 2018

Mooie liedjes: Amenra. Brief aan Colin, Bjorn, Mathieu, Lennart, Levy, Maarten en Femke.

Beste Colin,
Beste Bjorn,
Beste Mathieu,
Beste Lennart,
Beste Levy,
Beste Maarten,
Beste Femke,
 
Metal! Metal? Jawel, metal.  Dat ene woord zou vroeger volstaan hebben om met een grote boog om die muziek heen te wandelen.  Ik bleef weg van dat soort muziek.  Dat soort muziek viel buiten mijn bereik.  Ik moet denken aan de woorden van mijn vader.  Telkens hij Raymond van het Groenewoud op de radio hoort, maakt hij die ene opmerking.  Telkens merkt hij op dat Raymond een roeper is.  Een schreeuwer.  Een zanger zal hij Raymond nooit noemen.  We moeten telkens lachen om die opmerking.  Wij oordelen anders.  Hebben een andere mening over Raymond.  Toch gebruik ik zelf die woorden.  Zonder enig voorbehoud.  Zonder schroom.  Ik gebruik die woorden om metal te duiden.  Ik kom niet verder in een poging die muziek te omschrijven.  Lawaai, zo omschrijf ik het.  
 
Ik zou mij kunnen opsluiten in mijn grote gelijk.  Maar soms wordt een mens gedwongen buiten zijn comfortzone te treden.  Door omstandigheden kan dat wel eens gebeuren.  Ik zelf werd onlangs ook gedwongen die confrontatie aan te gaan.  Nieuwgierigheid was mijn drijfveer.  Ik las de commentaren over uw nieuwste album.  Die waren unaniem lovend.  De Morgen.  Humo.  De Standaard.  Dansende beren.  Enola.  Cutting Edge.  In geen van die recensies las ik één negatief woord.  Integendeel.  Uw nieuwste album werd door één ieder beschouwd als een van de betere albums van het voorbije jaar.  Het betere album kan ik niet zomaar links laten liggen.  Dat moet gehoord worden.  Dat moet beluisterd worden.  Ik moest aan de slag.  Aan het werk.  Ik zou naar Mass VI luisteren.
 
Die eerste luisterbeurt was niet evident.  Ik moest een drempel over.  Ik moest de muur, die ik had opgetrokken tussen mij en metal, slopen.  Een stevige sloophamer was hiervoor noodzakelijk.  Ik luisterde.  De aanvankelijke neiging uw muziek te omschrijven als lawaai diende ik te onderdrukken.  Dat had ik in het verleden gedaan.  Dat mocht ik nu niet doen.  Ik moest mij openstellen.  Enkel dan zou ik kunnen oordelen.  Gebeurde dat niet, dan zou ik verstikt raken in mijn vooringenomenheid.  Gebeurde dat niet, dan zou ik blijven steken in veralgemeningen.  Dat mocht niet gebeuren.  Dat wilde ik niet.  Ik deed een inspanning.  Een zware inspanning.  Die zware inspanningen waren noodzakelijk om mij uit mijn comfortzone te halen.  Zonder inspanningen geen mooiere wereld.  Dat is wat ik dacht.
 
Het gebeurde niet meteen.  Het gebeurde slechts heel geleidelijk.  Heel geleidelijk ging ik uw muziek begrijpen.  Lawaai werd muziek.  Ik schermde mij niet meer af.  Ik liet alles binnenkomen.  Binnenstromen.  Lange tijd had ik gedacht dat enkel in stilte en ingetogenheid de grootste schoonheid kan schuilen.  Dat is niet zo.  Dat maakte u duidelijk.  In uw muziek ging ik een emotionele gelaagdheid ontwaren.  U deed mij van hoop naar wanhoop hollen.  Van licht naar donkerte.  Ik ontdekte dat er zelfs in schreeuwen schoonheid kan schuilen.  Dat er in die schreeuwerige schoonheid gradaties schuilen.  Die liet u mij ontdekken.
 
Ik stapte door de door u gecreëerde wall of sound.  Ik stapte uw wereld binnen.  Ik ontdekte een wereld, waarin onzekerheid heerst.  Eenzaamheid.  Pijn.  U stelt zich kwetsbaar op.  Dat voelde ik.  Dat hoorde ik.  Een dergelijke ervaring had ik niet verwacht.  Diepzinnigheid had ik niet verwacht.  Toch was het dat wat ik ervaarde.  Geen stoere manneputtertjes.  Wel onzekere zoekers.  Ik ontdekte muzikanten, die via hun muziek antwoorden zochten op eigen onzekerheden. 
 
Ik luisterde één keer.  Twee keer.  Drie keer.  Vele malen luisterde ik.  Ik kon uw muziek niet meer loslaten.  Ik ging mij schamen voor mijn vooroordelen.  Om mijn vooringenomenheid.  Ik liet uw muziek knallen.  Schallen.  Niet stilletjes luisterde ik.  Stilte is niet wat uw muziek vraagt.  Ik draaide de volumeknop open.  Met een lach op mijn gezicht.  Met tintelende oogjes.  Want intussen wist ik het.  Dit was geen lawaai.  Dit was muziek.  Een symfonie. 
 
U bracht mij naar een genre, waarvan ik voordien ver weg bleef.  Ik achtte mij een te brave jongen.  Ik achtte mij een jongen, waarvoor die muziek niet gemaakt was.  Ik was niet ruig.  Ik was niet stoer.  Ik was niks van dat alles.  Daarom bleef ik weg.  Tot enkele weken terug.  Dan heeft dat brave jongetje een grote stap gezet.  Dat brave jongetje heeft zijn zevenmijlslaarzen aangetrokken.  Om een meesterwerk te ontdekken.  Een meesterwerk.  Een bron van energie.
 
Beste Colin.  Beste Bjorn.  Beste Mathieu.  Beste Lennart.  Beste Levy.  Beste Maarten.  Beste Femke.  Ik keer vaak terug.  Vaak reis ik naar uw wereld.  Om daarin een tijdje te vertoeven.  Om daarin nog maar eens te beseffen dat er slechts één soort muziek bestaat.  Goede muziek.  Zoals de uwe.
 
Ik wens jullie alle succes.
 
Met vriendelijke groeten.
 
Videoclip:


Geen opmerkingen:

Een reactie posten